Geplaatst op 24 maart 2020
Lees hier het interview van Cobouw met onze CEO Ivo van der Mark.
Ivo van der Mark (40), de nieuwe bestuursvoorzitter van Janssen de Jong groep wil dat bouwbedrijven veiligheid niet zien als een aandachtspunt dat alleen voor ‘buiten’ geldt. ”Routineprojecten zijn gevaarlijker dan bijzondere.” Het is een onderwerp waarbij de Vlaardingse tongval van de nieuwe ceo van Janssen de Jong onbedekt hoorbaar is. Veiligheid. Toen hij met zijn veiligheidsman een tijdje terug struikelde over de papierwinkel die nodig is om veiligheidsprocessen vast te leggen, konden ze het niet laten om cynisch vast te stellen dat “als er een dode zou vallen, ze het tenminste goed hebben vastgelegd”. “Dat kun je toch niet uitleggen”, zegt Ivo van der Mark in zijn werkkamer bij Janssen de Jong-bedrijf Hercuton in het Brabantse Nieuwkuijk, enkele weken voordat het land op slot gaat vanwege corona. ”Dat je zegt: bij ons is er niets aan de hand want onze papieren kloppen. Lekker verhaal! Je moet er alles aan gedaan hebben om ervoor te zorgen dat het niet gebeurt.”
De strak geklede opvolger van Hans Smits begrijpt om dezelfde reden niets van de bouwplaatsmedewerkers die een helm opzetten als hij langskomt. “Voor mij hoef je het niet te doen, je doet het voor jezelf. Die vijf minuten die ik naast je sta, zal die spijker niet op je hoofd vallen.”
De in Rotterdam wonende Van der Mark, die sinds 1 januari de groep leidt en hiervoor directeur van het Cluster Bedrijfshuisvesting bij Janssen de Jong was, vindt het een teken van betrokkenheid en collegialiteit als je een melding maakt van onveilige situaties. “De uitvoerder hoeft niet de last van de wereld op zijn schouders te dragen. Ik zou het heel mooi vinden als doorgewinterde bouwvakkers tegen die jonge gasten zeggen: hé jongen, doe die helm eens op, ben je helemaal gek geworden.” Veel bouwbedrijven zien veiligheid volgens hem als iets voor “buiten”, de bouwplaats. “Maar het is natuurlijk een aandachtspunt voor het hele bedrijf.”
Veiligheid zit hem in een goede planning. “De meest onveilige situaties op de bouwplaats ontstaan door planningsdruk”, is de ervaring van Van der Mark. “Routineprojecten zijn gevaarlijker dan bijzondere. Bij bijzondere dingen zijn mensen meestal al scherp.” Hoe haal je die druk eraf en maak je het veiliger? Toon animaties, is zijn verrassende antwoord. Virtueel bouwen kan volgens hem helpen als communicatiemiddel op een bouwplaats waar steeds meer mensen geen Nederlands spreken. Het verlaagd de faalkosten en verbetert de veiligheid.
“Met een animatie laten we zien hoe we gaan bouwen. Het is een visualisatie van de planning. We laten zien waarom je op bepaalde plekken dingen niet neer kan zetten, hoe de kranen draaien en waarvandaan we bouwen. Het helpt al zoveel als iedereen hetzelfde beeld heeft van wat we met elkaar gaan doen. Dat versoepelt het bouwproces enorm.”
Voor de onderaannemers wordt het dankzij de KYP-software ook duidelijk wanneer ze kunnen beginnen. “Het heeft niet veel zin om te bellen met de vraag: kunnen we al?” Om het bewustzijn en normbesef rond veiligheid in het bedrijf te vergroten heeft Janssen de Jong een app in gebruik genomen die is gebaseerd op VCA. “Eén keer in de tien jaar examen doen, is wel heel weinig”, schetst Van der Mark de huidige situatie in de bouw. Alle werknemers bij Janssen de Jong doen elk jaar examen. “De controller had de beste score”, aldus de topman. Oei? Nee hoor. “Wat ik belangrijk vind is dat er een gesprek uit voortkomt. Je vindt er iets van en je voelt er iets bij.” De verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen bij Janssen de Jong laag in de organisatie. Daardoor is het bedrijf een aantrekkelijke werkgever, merkt Van der Mark op. Na hun eerste of tweede baan, komen werknemers van grote bedrijven als BAM en Dura Vermeer bij Janssen de Jong terecht. “Ja, niet zo handig om dat op te schrijven, maar daar komt het wel op neer. Ik vind het wel een eer. Groter is niet altijd beter. Mensen zoeken een platte organisatie.”
In dat platte bedrijf is Van der Mark niet de “alwetende” die boven zijn mensen staat en over alles beslist. “Als er zeven handtekeningen op een contract staan: wie is dan verantwoordelijk: de eerste, de tweede of de laatste? Geen van allen. Het gaat erom wie zich verantwoordelijk voelt.” Die aanpak zal hij ongetwijfeld afgekeken hebben van zijn voorganger Hans Smits (69), de erudiete voorman met een staat van dienst (bestuurder bij Schiphol, Rabobank, Havenbedrijf Rotterdam, AirFrance/KLM) waar niemand in de bouw tegenop kan. Smits trad begin dit jaar af en wordt in juli commissaris bij Janssen de Jong.
Van der Mark bewonderde de manier van besturen van Smits. “Een hele natuurlijke, soort adviserende manier. Maar op een of andere manier zijn die adviezen altijd wel richtinggevend.” “Gedragenheid” is heel belangrijk, kreeg Van der Mark van Smits mee. “Het is goed om af en toe kracht bij te zetten om je punt te maken. Maar dat moet niet ten koste gaan van de eenheid van de organisatie.”
Van der Mark probeert in zijn nieuwe rol vooral dicht bij zichzelf te blijven. De Feyenoord-fan ziet zichzelf als trainer van een voetbalteam. “De spits is niet belangrijker dan de keeper. Ze hebben een verschillende taak. Als ze het beide goed doen, win je. In het team gaat het om verantwoordelijkheid, eigenaarschap, het delen van successen en tegen¬vallers.” Een hiërarchie waarbij je krom gaat onder de regeldruk en procedures werkt niet.
“Ik ben een echt mensen-mens. Mensen moeten zich onderdeel voelen van ons bedrijf. Samen geluk, samen pijn. Als je hard met elkaar wil werken, moet je ook grappen met elkaar kunnen maken.” Type Dick Advocaat? “Jaaa!”, klinkt het volmondig. “Ik vind het mooi hoeveel vertrouwen hij kan geven en wat dan het effect is.” Feyenoord is sinds de komst van Advocaat met een indrukwekkende opmars op de ranglijst bezig. Van der Mark is een van de jongste bestuursvoorzitters van de Cobouw50, de grootste vijftig bouwbedrijven van Nederland. “Ik wilde graag voor mijn veertigste bestuursvoorzitter worden. Dat is op de kop af gelukt.” Op 1 januari 2020 werd hij ceo, 22 dagen later werd hij veertig. Hoe zat dat? Janssen de Jong had eerder nog gecommuniceerd dat de nieuwe bestuursvoorzitter op 1 april zou beginnen. Van der Mark kon niet wachten: “Ik zei tegen Hans: wat maken die drie maanden nog uit?” Grijnzend: “Mijn leven had er niet vanaf gehangen, maar ik ben wel echt van de doelen. Dat geeft perspectief in mijn leven en helpt met het maken van keuzes.”
Als nieuwe bestuursvoorzitter mocht hij direct aan de bak. Hij kreeg te maken met de stikstofproblematiek en vertraagde projecten. “Vergunningen duren langer omdat gemeenten aan het zoeken zijn naar de juiste toepassing van de normering. De norm is er wel, maar over de saldering is nog discussie.” De bouw van bedrijfspanden, die meestal een jaar nodig heeft van plan tot oplevering, loopt daardoor gauw een kwartaal vertraging op. “Die projecten zijn niet weg, we hebben gewoon te maken met doorschuivende omzet.“ Ongeveer 150 van de 400 miljoen euro omzet komt bij Janssen de Jong uit bedrijfshuisvesting. Projectontwikkeling en bouw was in 2018 goed voor 180 miljoen euro. In het Caribisch gebied werd ruim 80 miljoen euro omzet behaald.
Om toch voldoende werk te hebben, zijn de Brabanders bezig om projecten te acquireren die al zijn vergund, vertelt Van der Mark. Aanbestedingen dus. “Je moet toch dekking hebben.” Meedingen met aanbestedingen is echter niet zijn favoriete manier om aan werk te komen. “Het aanbestedingsmodel vind ik niet per se een samenwerkingsmodel.” Toegevoegde waarde leveren in het voortraject, waar Janssen de Jong aan hecht, zit er niet bij. Op die aanbestedingsmarkt is het bovendien drukker geworden. “We hebben onlangs een aanbesteding gewonnen met zeven inschrijvers. Voorheen waren dat er drie. Dat geeft prijsdruk. Daar gaan we ook in mee, zeker. Je moet mee met de markt.” Nieuwe distributiecentra op greenfields (weilanden) zitten er ook steeds minder aan te komen. “Het aantal uitgeefbare gronden loopt terug.” Brownfields lopen volgens hem nog wel. Dat is een andere markt. Waar staalproducenten zich in het verleden nog waagden aan nieuwe distributiecentra op greenfields, zal de herontwikkeling van bedrijfspanden volgens Van der Mark vooral voor een terrein zijn voor financieel sterke partijen, zoals Janssen de Jong, die de hele bouwketen beheersen.
Eindelijk kan Van der Mark vertellen over de rode Legosteen ter grootte van een baksteen die altijd op zijn bureau staat. De bedrijfspanden worden gebouwd met vaste modules. Hercuton is geënt op legolisering. “Hoewel het originele gedachtegoed eigenlijk tot een hoger detailniveau gaat dan wij op dit moment toepasbaar zien”, geeft Van der Mark toe. Maar met hout en staal zeggen de bouwers aan alle klantvragen te kunnen voldoen. Modulair en conceptueel gaat Janssen de Jong ook steeds meer werken in de woningbouw. Met Geelen Beton is een eerste proefproject met eengezinswoningen opgeleverd. Ook wordt er gestudeerd op een gestapeld woningconcept. Janssen de Jong verkoopt en bouwt zo’n 500 à 600 woningen. Elk jaar. “Een saai bedrijf…wat dit betreft dan”, glimt Van der Mark.
Bron: Cobouw