Geplaatst op 05 december 2024
Minister Keijzer organiseert op 11 december een nu al veelbesproken Woontop. Het doel is te komen tot concrete en bindende afspraken om de woningproductie in Nederland structureel te verhogen. Er zijn jaarlijks 100.000 nieuwe woningen nodig, waarvan twee derde ‘betaalbaar’. Als bekend is het halen van deze doelstelling de afgelopen jaren niet dichterbij gekomen.
De bijeenkomst is belangrijk en kansrijk, maar zoals te verwachten is er in de aanloop al sprake van verdeeldheid tussen gemeenten, corporaties en marktpartijen. Dan gaat het onder meer over wat nu wel of niet de grootste struikelblokken en uitdagingen zijn. Voor Keijzer zelf ligt de focus met name op aantallen woningen en bouwlocaties. Hoe dan ook is een ‘deal’ op deze Woontop, zoals het FD ook opmerkte, zeker geen gelopen race.
Ik begrijp de scepsis die er heerst in aanloop naar de top. Als je naar de besluiteloosheid en slechte keuzes van de afgelopen jaren kijkt, vraag je je af hoe deze bijeenkomst dan wél het verschil gaat maken. Maar, ik ben ook een optimist en bovendien zijn de deelnemers aan de Woontop overwegend kundig en gedreven. Ik doe daarom toch graag een tweetal suggesties die wellicht bijdragen aan een constructieve uitkomst.
De eerste is een andere basishouding. Het vooraf benoemen van een kleine slagingskans van de top (door verdeeldheid, deelbelangen en eigen prioriteiten) wordt een self fullfilling prophecy. Als we vaak genoeg benoemen hoe groot de kans op falen is, dan gebeurt dat ook. Het uitgangspunt moet nou juist zijn dat mislukken geen optie is en dat wij er alles aan doen om tot een succesvolle uitkomst te komen.
Een tweede suggestie is een heldere, gezamenlijke focus. Over de primaire doelstelling van de top is iedereen het eens, namelijk het structureel verhogen van de woningproductie. Dan moet het benoemen van gezamenlijke prioriteiten en een gemeenschappelijke koers ook lukken. Natuurlijk heeft elke individuele organisatie (privaat of publiek) een eigen belang en specifieke doelstellingen. Maar er zijn meer dan genoeg knoppen waar wij collectief aan kunnen draaien.
Arno Visser, voorzitter van Bouwend Nederland, legde onlangs ook de vinger op de zere plek in aanloop naar de Woontop. Een van zijn constateringen is dat de periode tussen het voornemen om te gaan bouwen en het uitladen van de verhuiswagen in Nederland een ongelooflijke zes jaar is. Dat komt onder meer door een woud aan regelgeving over ontwerp en bouw en een volstrekt doorgeslagen rechtsbescherming die heeft gezorgd voor slepende procedures en een reeks aan beroepsmogelijkheden die voor eindeloze vertraging zorgen.
Visser beperkt zich echter niet tot een vaststelling van wat er allemaal niet deugt, maar benoemt juist een paar van die praktische knoppen, namelijk:
a) laat gemeenten zorgen voor deregulering en uniformisering bij de eisen die zij stellen aan (nieuw te bouwen) woningen,
b) zorg dat (door)procederen minder makkelijk wordt,
c) zorg voor meer personele capaciteit bij gemeenten of zorg voor samenwerking met ontwikkelaars die wél personeel hebben,
d) laat provincies én gemeenten zich keihard committeren aan de 100.000 benodigde vergunningen en last but not least
e) zorg voor een uniform dashboard waarop voor alle betrokkenen te zien is wat de voortgang is, wat er goed gaat en wat niet en waar er moet worden bijgestuurd. Ultieme transparantie en accountability dus.
Wat mij betreft heeft Visser gezorgd voor een prima agenda voor 11 december aanstaande.
Concreet, pragmatisch en door iedereen te herkennen.
Als het voornemen van alle deelnemers is hier werk van te maken, dan praten we volgend jaar ook weer over een Woontop en niet over een woonstop.
Ivo van der Mark
CEO JAJO