Geplaatst op 26 mei 2023
Schipper Jelmer van Beek: “De Ocean Race was altijd keihard mijn doel”
Het is aftellen voor Team JAJO. De tweede wedstrijdetappe in The Ocean Race VO65 Sprint Cup start 8 juni vanuit het Deense Aarhus naar Den Haag. Schipper Jelmer van Beek en navigator Max Deckers geven ons een inkijkje in het leven aan boord. En vertellen over hun voorbereidingen op deze prestigieuze zeilrace. “Een dag op de boot eindigt nooit echt.”
In voorbereiding op die tweede wedstrijdetappe wordt er veel getraind. Jelmer stapt na dit interview ook direct weer de boot in om te zeilen. En de laatste technische voorbereidingen worden getroffen aan de boot. Alles wordt weer helemaal gepolijst en strak gemaakt. Er wordt droog voedsel ingeslagen. Proteïnerepen, gedroogd fruit, nootjes en tonijn uit blik mogen niet ontbreken. “Dit wordt allemaal ingepakt in ‘dagtassen’, zodat we elke dag exact weten wat we kunnen opeten. Zo simpel is het leven aan boord,” vertelt Jelmer met een glimlach.
Met zijn 28 jaar is hij de jongste schipper in The Ocean Race. Maar zo simpel als Jelmer het doet voorkomen, lijkt het niet als je het filmpje van de eerste wedstrijdetappe terugkijkt. De VO65 boot van Team JAJO snijdt met een enorme vaart door het water en de golven klotsen aan boord. “Op een gegeven moment is alles wel nat dan”, vertelt Jelmer nuchter. “De topsnelheid die de boot in de laatste etappe maakte was dertig knopen (zestig kilometer per uur).” De boot zelf heeft zich al bewezen, die is de wereld al twee keer rondgevaren. “Aan de boot ligt het dus niet”, grapt hij.
Systeemplafond
Navigator Max Dekkers treffen we voor dit gesprek aan in een ruimte met systeemplafond en laptop. Niet direct een omgeving die je verwacht bij een zeiler. Hij is de enige binnen het team die zijn zeilcarrière combineert met een kantoorbaan. “Als ik niet op het water ben, dan zit ik op kantoor. Dat is wel even schakelen soms, maar op zich wel te doen en ook wel een fijne afwisseling juist.”
De werkruimte van Max op de boot is benedendeks, in een kleine ruimte met allemaal schermen om zich heen. “We hebben altijd een internetverbinding met de satelliettelefoon. Belangrijkste is dat we de weersvoorspellingen kunnen downloaden. Dat zijn gegevens over de wind, temperatuur en luchtvochtigheid. Dat kun je dan plotten op je navigatiesoftware. En die software kan dan mogelijke routes berekenen. Dat is het belangrijkste deel. Bepalen waar je heen moet om als snelste bij de finish te komen.”
“Maar je kan ook alles aan boord in de gaten houden. Wat de bootsnelheid is bijvoorbeeld. Sensoren meten elke seconde wat er gebeurt. Dat komt ook allemaal terug op die schermen. Ik koppel dan terug aan Jelmer, als ik denk dat we iets anders moeten proberen. Vaak voelen ze zoiets aan dek ook wel aan. Soms vragen ze me ook te kijken of de windhoek wel goed is bijvoorbeeld.” Iets acuuts, zoals een donkere wolk of een harde windvlaag, is iets voor de mensen op het dek. En de concurrenten worden uiteraard in de gaten gehouden door een ‘race-tracker’; als tegenstanders een bepaalde manoeuvre maken, dan wordt daar ook direct op ingespeeld door de navigator.
Wachtsysteem van vier uur
“Een dag op de boot eindigt nooit echt,” vertelt Max als we hem vragen naar een gemiddelde zeildag op de boot. “We hebben een wachtsysteem van vier uur. Je bent vier uur aan dek en dan weer vier uur van dek. In die vier uur moet je dan eten, slapen, schoonmaken, dat soort dingen. En soms word je ook nog aan dek geroepen om te helpen.”
“Het lukt mij vaak om drie keer per dag ongeveer twee uur te slapen”, vertelt Jelmer. In de tweede week slaap je dan soms zo diep, dat je niet meer weet waar je bent, als je wakker wordt. Maar gelukkig hebben we dan Max aan boord”, geint Jelmer. “Je doet wat je mooi vindt. En als je veel wilt slapen, is dit niet de juiste sport.” Max gaat slapen als het weerbeeld rustig is en doet zo zijn welverdiende powernapjes. “Ik zeg wel altijd, voordat ik ga slapen, dat ze me wakker moeten maken als de wind een bepaalde kant opdraait.”
Team JAJO heeft in totaal tien zeilers aan boord en één reporter, die alles vastlegt. Als navigator is Max constant bezig met de beste koers uit te zetten voor de boot. “We zeilen op de informatie van Max, maar ook wat we buiten zien. Komen er wolken aan, wat doen de tegenstanders? En wat heel belangrijk is, is dat we de boot zo snel mogelijk laten zeilen,” vertelt Jelmer. “Max kan nog zo goed bedenken waar we naar toe zeilen, maar als we aan boord niet de juiste technieken inzetten dan maken we ook geen vaart.”
Meteorologische kennis
Max is opgegroeid als zeiler, sinds 2018 is hij navigator. “Op een gegeven moment kwam ik als zeiler op een boot terecht zonder navigator. De schipper deed het daar. En die schipper vroeg me toen of ik het navigeren van hem wilde overnemen. En zo is het eigenlijk begonnen. Tegenwoordig worden zeilers vaker navigator. Vroeger was het meer andersom. Maar ook dat bijvoorbeeld een meteoroloog het navigatie-vak inrolde. Tegenwoordig heb je zoveel toegang tot informatie en die berichten zijn enorm nauwkeurig. Meteorologische kennis is nog steeds wel essentieel, alleen wel minder belangrijk dan twintig jaar geleden.”
Jelmer heeft het zeilen geleerd als klein jongetje op het Paterwoldsemeer, op de grens van Groningen en Drenthe. “Ik ben van een ‘optimistje’ naar een ‘laser’-zeilboot gegaan.” Jelmer en Max hebben als kind ook veel samen gezeild en trainingskampen gevolgd. Jelmer: “Rond ons 19e, 20e jaar dachten we allebei wel; er is nog meer in de watersport en toen zijn we op grotere boten gaan zeilen. Toen heb ik in Lelystad de kans gekregen om een jeugdopleiding te volgen van drie jaar.” Max heeft het zeilen op een grotere boot in Rotterdam geleerd. “Ik zat in een vergelijkbaar opleidingstraject, het ‘Rotterdam Offshore Sailing Team’. Daar was ook die schipper die geen navigator meer wilde zijn,” vult Max aan. “Bij dat soort dingen kan het ineens snel gaan, als je dan je eigen rol kunt pakken.”
“Naast de opleiding is het ook een kwestie van heel veel zeilkilometers maken”, voegt Jelmer toe. “Ik ben zelf twee keer een aantal maanden in Australië geweest en heb daar op alles gezeild wat los en vast zit, bij wijze van spreken. The Ocean Race was altijd keihard mijn doel”, vertelt hij vastberaden. Vorig jaar werd Jelmer gevraagd om schipper te worden van Team JAJO. “Ik heb Max toen als eerste gebeld om te vragen of hij mee wilde.”
Goed in zijn vel
“Als schipper ben je druk met het voorbereiden van de wedstrijden, maar ook heb je een belangrijke rol naar het team toe,” legt Jelmer uit. “Zorgen dat iedereen goed in zijn vel zit, dat het team goed samenwerkt. Daarnaast heb je ook een belangrijke rol richting de sponsoren van de race. We mogen heel blij zijn dat JAJO en Batenburg dit project mogelijk maken en wij helpen ze ook graag met het halen van hun commerciële doelen.”
De eerste etappe op de Middellandse Zee herinnert Max zich nog goed. Het team werd daar direct op de proef gesteld. “Een dag na de start kwamen we in zware weersomstandigheden terecht, waarbij we goed voor de boot moesten zorgen. Dan is het goed dat iedereen weet waar ze aan toe zijn, wat het plan is en hoe we de boot heel houden. Het waren wel zogenoemde ‘boat wrecking conditions’. Eén boot heeft daar flinke schade opgelopen.” Jelmer: “Je hebt wel de controle, maar je loopt wel op je tenen dan. Als schipper kijk je ook naar de lange termijn. Zeilen is een duursport. Als je in de eerste nacht alles stuk maakt, dan heb je ook weer problemen voor de etappes daarna.”
Het stukje risicomanagement zit ook in de voorbereidingen op de race. Alle scenario’s worden van tevoren nauwgezet doorgenomen, zodat iedereen weet hoe te handelen tijdens onverwachte, zware omstandigheden. “Er liggen draaiboeken klaar. Als dingen stuk gaan, weten we wat voor reservemateriaal we aan boord hebben. Kunnen we het zelf oplossen, of moeten we toch op zoek naar hulp? Zo proberen we dat goed voor te bereiden. Want als het eenmaal misgaat, heb je weinig tijd om na te denken.”
Kijken naar boven
Team JAJO eindigde uiteindelijk als tweede in de eerste wedstrijdetappe van The Ocean Race VO65 Sprint Cup. Jelmer: “Daar zijn we heel blij mee. We kijken naar boven. Het zou heel mooi zijn om naar de eerste plek te kunnen zeilen. Er zijn een hoop sterke tegenstanders, die we niet moeten uitvlakken. Ik denk dat we twee hele mooie etappes gaan krijgen, met tussendoor een hele mooie stop-over in Scheveningen. Daar kijk ik wel echt naar uit. Het wordt echt een waanzinnig zeilspektakel in Scheveningen.”
Max verheugt zich vooral op de laatste etappe van Den Haag naar Genua. “Dat is een etappe met heel veel wisselende omstandigheden. Als navigator kijk ik daar wel naar uit. Het zal niet makkelijk zijn, maar wel mooi. Je hebt het kanaal en dan de Golf van Biskaje, dan richting Portugal en Spanje, straat van Gibraltar en dan nog de Middellandse Zee. Dat zijn allemaal verschillende fases in zo’n race.” Als het aan deze twee topsporters ligt, mag de race wel weer van start gaan.