Geplaatst op 01 december 2023

Nora Prins werkt bij Echo Urban Design, een bureau dat ontwerpt ‘voor een veranderende wereld’. Ze kijken met een landschappelijke en stedenbouwkundige bril naar gebieden en combineren dat in hun ontwerpen. 

“Het thema klimaatadaptatie wordt steeds belangrijker. In Nederland kunnen we hier sowieso niet om heen. We liggen voor een groot deel onder NAP. En het klimaat verandert, dus je moet hier wel iets mee.” Vol overtuiging en energie vertelt Nora over haar werk en het klimaatadaptief ontwerpen. Ze werd gegrepen door dit thema tijdens haar traineeprogramma bij de waterschappen. “Bij klimaatadapatie komen water en stedelijke ontwikkeling samen. Bovendien maak je steden ook groener en leefbaarder. Die dubbele uitwerking ervan vind ik heel leuk. Het is niet alleen technisch, maar je draagt ook bij aan een fijne leefomgeving.”

Boomkronen
Prins is afgestudeerd als stedenbouwkundige en werkt al tien jaar in de gebiedsontwikkeling. “Klimaatadaptatie is een maatschappelijk goed. De kosten en baten komen niet direct bij dezelfde mensen terecht.” Dat maakt het volgens haar wel eens ingewikkeld. Maar er zijn ook mooie voorbeelden in Nederland waar het wel werkt. Eén van die voorbeelden is Amstelwijck park in Dordrecht. Het is een gemengde wijk met hofjes. Het centrale park ligt verdiept. Het regenwater komt via natuurlijk verloop tussen de woningen terecht in het middengebied en kan daar infiltreren.  

Ook is er aandacht voor hitte. Een groot deel van het openbaar gebied ligt in de schaduw door boomkronen. “Bij het ontwikkelen van deze wijk hebben ze vanaf het begin af aan gezegd dat ze het belangrijk vinden dat auto’s meer aan de rand van de wijk geparkeerd worden, zodat er een groen binnengebied ontstaat. Wat tevens fungeert als wateropslag. Dit is gelukt, omdat bij de start iedereen heeft gezegd dat ze dit willen.”

“Een ander mooi voorbeeldproject is ZOHO (het Zomerhofkwartier) in Rotterdam. Hier hebben we een tweede maaiveld ontworpen op het dakenlandschap. Doordat het allemaal groen is, houden die het water vast en zorgt het ook voor koelere plekken in de zomer. Fascinerend vind ik dit soort projecten. Je werkt altijd aan dubbele doelen: waterberging en een fijn leefklimaat. We werken altijd met verschillende partijen in een gebied. De ontwikkelaar en gemeente spelen een belangrijke rol. Bij de start van een project stellen we met elkaar samen de ambitie én de ondergrens vast. Zo weet je met elkaar waar je aan werkt. Bij Amstelwijck park was die ambitie van begin af aan al heel hoog.”

Pionieren
Werken aan klimaatadaptatie in stedelijke projecten is nog wel pionieren, ervaart Prins. “Waar je in de praktijk bijvoorbeeld tegen aan loopt zijn de kosten. Als je een dak vol zonnepanelen legt, heb je gelijk rendement. Bij een groen dak verdien je niks. En er moeten wel kosten gemaakt worden. Ook heb je de kwesties rondom het beheer. Half open verharding moet je maaien, je hebt onderhoud aan je groen in het binnengebied. Wie gaat dat doen? Is dat een taak voor de VVE? In Zoetermeer zijn we hier net mee bezig. Het project Happy days is daar in aanleg. Dat is wonen in een groene zone, waarbij we voor het groenbeheer een VVE-constructie hebben opgebouwd. Je gaat iets op een vernieuwende manier inrichten, dus dan moet je ook op een nieuwe manier afspraken en plannen maken met elkaar.”

ECHO Urban Design ontwerpt ook veel binnenstedelijk. Daar heb je vaak te maken met schaarse ruimtes. Prins: “Daar moet je creatief zijn. Dan kijk je bijvoorbeeld naar dubbel ruimtegebruik, zoals we in ZOHO Rotterdam hebben gedaan met de daken. Je hebt bijvoorbeeld in Rotterdam Centrum ook een aantal parkeergarages met een ondergrondse waterberging. Groene danken werken als een enorme spons.”

Voor inspiratie kijkt Prins onder andere naar de Deense hoofdstad Kopenhagen. In 2011 liep Kopenhagen onder na stortregens. Daarna is er veel budget vrijgesteld voor klimaatadaptatie. Er is onder meer een onzichtbare rivier ontworpen, die zich een weg baant door de stad. Er is een weide, die het water kan opvangen en een kunstmatig gecreëerde rivierbedding, die het water verder kan leiden. In totaal kan het onzichtbare oversstromingsgebied 15.000 kubieke meter water bergen. Het park met de weide is een van de eindpunten van een uitgebreid netwerk van bovengrondse en ondergrondse grachten, groene ruimtes, aangepaste wegen en opvangvijvers. Het Skybrudsplan, of ‘wolkbreukbeheerplan’, kostte 1,8 miljard euro en is ontworpen om de stad de komende 100 jaar te beschermen tegen periodes van hevige regen.

In het project Happy days in Zoetermeer parkeren de bewoners de auto’s aan de rand van de wijk, zodat je in de wijk veel meer ruimte krijgt om de plannen voor klimaatadaptatie uit te voeren. Je moet dan wel de hele wijk meekrijgen om hieraan mee te willen werken. “Bij nieuwe woonwijken communiceren we dit aan het begin al aan bewoners. Bij bestaande woonwijken is het een stuk lastiger om iedereen mee te krijgen. Je hebt wijken die klimaatadaptatie ademen, of daar maar een beetje aan willen doen,” vertelt Prins.

Kabels en leidingen
De grootste uitdaging ligt volgens haar in het stedelijk gebied. “Ik kijk nu uit over het stationsplein in Rotterdam. Ik zie daar bestaande gebouwen. Er moet een incentive zijn om daar een groen dak op te leggen, maar ook in dit gebied komt dat al op best wat plekken voor. Bij binnenstedelijke transformatieprojecten moet je altijd zoeken naar de kansen. Rotterdam is binnen Nederland hier al best ver mee. Alle grote steden in Nederland hebben inmiddels wel een team zitten bij de gemeente, die hieraan werkt.”

“Het gaat om waterberging, maar ook om hitteplannen,” vervolgt ze. “Dat wordt ook steeds belangrijker. Ook daar zie je de dubbele functie van meer groen terug: het zorgt voor schaduw en een fijne omgeving. Wat hier heel praktisch bij komt kijken, is dat grote bomen veel ruimte nodig hebben onder de grond. Daar liggen ook allemaal kabels, leidingen, warmtenetten. Dus grote bomen kunnen ook niet zomaar overal staan. Je hebt te maken met ruimtegebrek zowel boven als onder de grond. Door zowel te kijken vanuit het landschap als de stedenbouw brengen we dit bij elkaar en werken we aan oplossingen voor de toekomst.”