Geplaatst op 06 oktober 2023

Er is al wel een marktplaats voor tweedehands spullen of kleding, maar nog niet voor hele gebouwen. Gebouwenmarktplaats geeft inzicht in welke gebouwen de komende jaren ontmanteld gaan worden, vertelt Mirjam Schmüll. Mirjam is co-founder van Brokkenmákers en expert circulaire economie & integrale duurzaamheid met een focus op de gebouwde omgeving.

Gebouwenmarktplaats.nl is deze maand gelanceerd en is een samenwerking van Brokkenmákers, Universiteit Utrecht, het Nationaal Renovatie Platform NRP, Draaijer en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Mirjam: “Ontwikkelaars en architecten worden vaak te laat bij een ontmanteling betrokken, waardoor ze er eigenlijk niets meer mee kunnen. Wij willen een platform bieden, waardoor we eerder in dat proces zitten. We willen laten zien dat het ook anders kan.” 

Universiteit Utrecht levert de eerste concrete casus, waarmee Gebouwenmarktplaats nu losgaat. Zij bieden het Martinus G. de Bruingebouw aan, dat onderdeel is van de faculteit diergeneeskunde op het huidige Utrecht Science Park. Het is een gebouw van bijna 16.000 vierkante meter met kantoorruimtes, een collegezaal, een stal, practicaruimtes en operatiezalen.

Inspireren
De universiteit probeert hiermee aan de voorkant uit te vragen of er een partij, bijvoorbeeld een architect, projectontwikkelaar of ontmantelaar, geïnteresseerd is om op basis van het bestaande donorgebouw een nieuw doelgebouw te ontwikkelen. Met behulp van foto’s, een (drone-)filmpje, tekeningen en een materialenlijst wordt het universiteitsgebouw aangeboden op het platform. “Dit is de basis. We hebben er ook voor gekozen om dit aan te vullen met schetsen van een architect, die laten zien wat je van de materialen uit het bestaande gebouw zou kunnen maken. Dit zijn potentiële ontwerpen om te inspireren”, legt Schmüll uit.

Het kan zijn dat er onderdelen van het gebouw gevraagd worden, maar de hoop is dat er een partij aanklopt, die aan de slag wil met het hele gebouw en er iets nieuws mee gaat ontwerpen. In het geval van het Martinus G. de Bruingebouw van Universiteit Utrecht zou je bijvoorbeeld een paviljoen kunnen maken of een hoog kantoorgebouw, stelt de architect voor. Het gebouw is zelf geen hoogbouw, maar met de constructieonderdelen van het gebouw, zou je het er wel van kunnen maken, zo laat de schets zien.

Schmüll: “We hebben de doelstelling volledig circulair te zijn in 2050.  Daar moeten we echt hard aan gaan werken. Nu maken we wel circulaire gebouwen, maar de impact en gewenste CO2-reductie komt pas vrij als we dat gebouw na 75 jaar ontmantelen. Terwijl we nú impact moeten maken. En dat kan met de bestaande bebouwde omgeving. Met de kleine onderdelen die nu worden hergebruikt, zoals kabelgoten, toiletpotten en deurdrangers, gaan we de CO2-doelen van 2050 niet halen. Veel grotere impact maken we met het hergebruik van grote bouwdelen zoals kanaalplaten en constructie-elementen,” vult ze aan.

Gebouweigenaren
“Wij roepen gebouweigenaren op om hun verantwoordelijkheid te pakken. Als er iets gesloopt wordt, wordt er vaak ook weer iets nieuws gebouwd. Dan begint het uiteraard bij de vraag of je de materialen uit de sloop zelf niet kan hergebruiken”, benadrukt Schmüll. “In het geval van de universiteit komen er hoogwaardige laboratoria, die aan nieuwe eisen moeten voldoen. Dus dat was helaas geen optie. Het toegankelijk maken voor hoogwaardig hergebruik via de Gebouwenmarktplaats op de markt is dan de best mogelijke volgende stap.”  

“Daarnaast zullen er producten en materialen overblijven bij de ontmanteling, die niet toegepast kunnen worden in het doelgebouw. Die kan je dan aanbieden op een marktplaats voor tweedehands producten. We hebben alle schakels in de keten nodig om een circulaire bouweconomie te realiseren.”

Het is ook vaak een kwestie van timing of het slaagt. Er moet net een ontwikkelende of bouwende partij zijn, die op het juiste moment de vrijkomende bouwdelen kan gebruiken. Door de donorgebouwen ruim op tijd (3 tot 5 jaar van tevoren) aan te bieden, hoopt Schmüll hierin te voorzien. “Maar het blijft lastig om dit precies op elkaar aan te laten sluiten.”

Architectuur
“Werken met een donorgebouw als basis voor een nieuw doelgebouw, kan impact hebben op de architectuur,” vertelt Schmüll, die zelf afgestudeerd architect is. “Het vraagt om verbeeldingskracht. Het kan een verrijking zijn van je ontwerp, doordat je creatief met de bestaande ingrediënten moet werken. Maar anderzijds hóeft het er niet per se anders uit te zien, omdat hergebruik van impactvolle bedelen vaak constructie-elementen betreft die ‘onzichtbaar’ verwerkt worden in een nieuw (doel)gebouw. Wat belangrijk is, is dat het gaat om een andere manier van denken. We moeten vóórdenken in plaats van nádenken.”

“De gebouweigenaar bepaalt uiteindelijk tegen welke prijs de materialen en onderdelen uit het gebouw weggaan. Dat soort ervaringen moet zich nu allemaal gaan uitwijzen. 12 oktober is er een kijkdag in het Martinus G. de Bruingebouw speciaal voor geïnteresseerde consortia.” Er staan momenteel drie gebouwen op de Gebouwenmarktplaats, één pand dat nog opgeleverd moet worden en over zeven jaar beschikbaar is, en het is de bedoeling dat daar meer gebouwen op komen. “We hebben er al een aantal in de pijplijn zitten die online komen.”

“Het is ook wel spannend. Het is toch een beetje je kindje, dat je nu aan de wereld toont,” vertelt Schmüll. Ik ben wel benieuwd hoe de markt gaat reageren. We krijgen al veel respons vanuit verschillende hoeken. Partijen die willen samenwerken, partijen die tijdelijke woningen bij ons willen aanbieden, partijen die bang zijn dat we hun positie willen afpakken. Maar ik leg dan uit dat ze het als een aanvulling moeten zien. We hebben echt iedereen in de keten nodig om de transitie naar een circulaire bouweconomie te realiseren. Het uiteindelijke doel is dat de Gebouwenmarktplaats gaat rollen als een gewone marktplaats en dat het de plek voor donorgebouwen wordt in de bouw.”