Geplaatst op 10 mei 2023

Miranda Dunnink is specialist Verduurzamen Monumenten bij Koninklijke Woudenberg. “Het is een nieuwe functie binnen het bedrijf”, legt Dunnink uit. “Vanaf nu wordt bij de uitvoering gericht meegekeken en worden er adviezen uitgebracht.” Ze werkt met een speciaal ontwikkelde app, die monumentale panden en objecten kan scannen om te verduurzamen.

De adviezen uit de app geven inzicht in welke verduurzamingsmaatregelen getroffen kunnen worden, afgestemd op het monument. Welk energielabel het oplevert en wat de scenario’s van het energieverbruik zijn. Dunnink: “Op die manier kan de gebruiker betere keuzes maken. Uiteindelijk hoop je natuurlijk dat de vervolgstappen ook genomen worden en wij ook betrokken worden bij de uitvoering. Het gaat dan om de aanvraag van vergunningen, subsidies, engineering, het uitvoeren van de maatregelen en de nazorg.”

“Aan de voorkant geven we dan al informatie aan de app over de voorgeschiedenis en eigenschappen van het monument, archieftekeningen en op locatie maak ik dan een opname van de energetische eigenschappen van het pand. Zit er een voorzetwand, hoe is de vochthuishouding, met welke materialen zijn de muren afgewerkt, enzovoort.”

Jonge monumenten
Koninklijke Woudenberg richt zich op de zakelijke markt en Dunnink ziet de vraag toenemen. “Verenigingen en stichtingen zien voorzichtig hun huurinkomsten teruglopen, omdat gebruikers hun energierekening nog amper kunnen betalen. Ze weten vaak niet waar te beginnen. Ik hoop ze dan inzicht te kunnen geven in wat kan en wat het kost. Er komen ook veel jonge monumenten aan uit de jaren ’50 en ’60.”

“Ik zou niet willen zeggen dat het lastig is om monumenten te verduurzamen. De oplossingen liggen alleen iets minder voor de hand,” stelt Dunnink. “Je hebt bijvoorbeeld veel met vocht te maken. Je moet dat vocht niet gaan opsluiten als je gaat isoleren. En vaak zit er aan de binnenkant van de muren ook monumentale waarde, daar kun je niet zomaar een voorzetwand voor zetten. Dan moet je naar andere oplossingen gaan kijken.”

De meeste monumenten hebben volgens Dunnink nu energielabel G. “Ik denk dat veel objecten prima naar een label C kunnen. Dat is zoeken en puzzelen en investeren voor later. Het is een veel grotere puzzel dan bij een jaren 70-woning. Het is ook altijd specifiek werk. Je zoekt andere materialen, afgestemd op het monument. Oliehoudende materialen probeer ik altijd te vermijden. Ik ga voor natuurlijke materialen, leemstuc bijvoorbeeld.”

Maatschappelijk doel
Dunnink vertelt vol passie en enthousiasme over haar werk. Ze heeft HTS-bouwkunde gestudeerd en een master Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Ook volgde ze de opleiding Innovatief en Energiebesparend restaureren. “Daar heb ik echt in de praktijk geleerd hoe je monumenten kunt verduurzamen. Je kijkt naar de vraag van de opdrachtgever, wat technisch mogelijk is en zo zoek je naar de beste oplossingen voor het monument en de gebruiker.”

“Ik heb ook een tijdje de renovatie van ‘gewone’ panden gedaan, maar dat is het dan toch net niet. Van monumentale panden word ik blij. Ik ben er ook graag. Het dient een maatschappelijk doel om die te behouden voor onze samenleving. In de gebouwde omgeving in de binnensteden zijn de monumenten toch het meest waardevol. Zonde als ze verdwijnen. Het is vaak ook een herkenningspunt voor mensen in een stad. Mijn opa was metselaar. Alles wat hij toen gemetseld heeft, is nu een monument.”

Het verduurzamen van een monument vraagt om veel meer uitzoekwerk. Acht van de tien keer ligt er al een plan klaar als we gaan restaureren. Dat deel pakken we nu zelf op. Restaureren gaat vaak samen met verduurzamen. Je bent bij het verduurzamen van een monument blij met alle stappen die je kunt zetten. Als het balletje maar blijft rollen. Het monument staat voor ons altijd voorop. De valkuil kan zijn dat de energiekosten zo hoog worden, dat de gebruiker besluit het schilderen bijvoorbeeld nog maar een jaar uit te stellen. Onderhoud komt dan op de tweede plek en dat gaat ten koste van het monument.”

Energierekening
Door het maatwerk en specifieke materiaal zijn de kosten voor het verduurzamen van een monument vele malen hoger dan voor een gewoon huis. Ik probeer dan altijd te laten zien wat ze door de maatregelen gaan besparen op de energierekening, zodat er ook ruimte komt voor onderhoud en de investering kunnen terugverdienen.”

Een mooi project waar Dunnink nu aan werkt, is Villa Henny in Bosch en Duin. De villa staat in de top 100 van rijksmonumenten. “Dit is betonbouw met veel koudebruggen, dus ook hier moet je goed kijken naar de vochthuishouding. We worden benaderd door verschillende gemeentes om verduurzamingsadviezen te schrijven. En ik ben ook met het Rijksmonumentale hoofdkantoor van JAJO bezig in Den Bosch.”

Je hebt een paar hoogwaardige monumenten die niet te verduurzamen zijn, vertelt Dunnink. “Die hebben zo’n hoogwaardige afwerking aan de binnenkant, daar kun je geen optimale isolatieschil maken. Het dak moet je dan aan de buitenkant gaan isoleren. Een warmtepomp is dan ook geen optie, want daarvoor moet je eerst goed isoleren.”

Dunnink denkt ook al na over een nieuwe app met nog meer mogelijkheden. Die bijvoorbeeld ook zelf de scenario’s al kan doorrekenen. Maar eerst wil ze zich focussen op het uitbreiden van deze nieuwe business-unit binnen Koninklijke Woudenberg. “De eerste nieuwe collega is al aangenomen,” vertelt ze trots.