Geplaatst op 24 March 2023

Hij deed het al met het verduurzamen van woningen en wil het nu ook gaan doen met biobased bouwen; een versnelling en transitie veroorzaken in de bouw. Als het aan kwartiermaker hout- en biobased bouwen Jan Willem van de Groep ligt, bouwen we in 2035 CO2-neutraal.

Van de Groep werkte jaren in de bouw- en woningcorporatiesector. Van 2010 tot 2016 was hij verbonden aan het programma Energiesprong. Een programma van de Rijksoverheid dat werkte aan de verduurzaming van de bebouwde omgeving. Hij richtte zich op het versnellen van innovaties in de bouw- en woningcorporatiesector, en bedacht onder meer de Stroomversnelling; woningen renoveren met behulp van innovatie en industrialisatie.  

In 2020 startte Van de Groep als kwartiermaker voor het ministerie van Landbouw. Voor het ministerie ontwikkelde hij het programma Building Balance, met als doel het opschalen en versnellen van de teelt van vezelgewassen en het gebruik van biobased materialen in de bouw. “We willen op regionaal niveau nieuwe ketens tussen boeren en bouwers, oftewel tussen land en pand,” legt Van de Groep uit. Zo probeert hij de agrosector te binden aan de bouwsector. 

Vezelteelt
Het idee is dat een boer voor bepaalde product-gewas-combinaties rechtstreeks afspraken maakt met een lokale verwerker voor de afzet. “We streven naar korte ketens, met zo min mogelijk verwerkingsbedrijven ertussen. Op die manier kan je ook anders naar de prijs gaan kijken. Vezelteelt is nu absoluut nog geen vetpot en vormt nog geen serieus alternatief voor akkerbouw of veeteelt. Maar als je ziet dat een bedrijf dat inblaasisolatie gebruikt nu 300 euro per ton betaalt voor regulier isolatiemateriaal, dan zou hij het ook voor isolatiemateriaal gemaakt uit een vezelgewas kunnen betalen. En dan wordt het wel interessant. De boer kan bijvoorbeeld snippers van olifantsgras rechtstreeks leveren aan de vrager.”  

In deze tijden van stikstofproblematiek, waarin gezocht wordt naar een nieuw perspectief voor boeren, is dit volgens Van de Groep zeker een kans. “Vezelteelten zijn extensieve teelten”, legt hij uit. “Je hebt weinig stikstof en nauwelijks of geen gewasbeschermingsmiddelen nodig. Deze teelten gedijen ook goed op droge bodems. Zo kun je blijven boeren met positieve effecten op de bodem, water en biodiversiteit.”  

De bekendste gewassen in vezelteelt zijn hennep en vlas. Maar ook sommige graansoorten en olifantsgras hebben potentie. Gewassen die we de komende jaren op grotere schaal gaan terugzien in het Nederlandse landschap, zegt Van der Groep. “In Nederland wordt nu zo’n 2500 hectare aan vezelgewassen verbouwd. Dat is nog marginaal. Als we naar dertig procent biovezels willen in de bouw in plaats van minerale vezels, dan heb je 50.000 hectare nodig om dat te kunnen verbouwen. Dat is zo’n 3% van het landbouwareaal.” 

Alternatieven
Bij de keuze van de teelt kijkt Building Balance goed naar het gebied. “In een gebied met veel melkveehouders kijken we naar alternatieven voor gras en mais. Bijvoorbeeld naar een meerjarig gewas, omdat dat wat minder bewerkelijk is. Die hoef je maar één keer te zaaien of te poten en daar kun je dan vijftien tot twintig jaar van oogsten.” 

Van de Groep vertelt dat Building Balance net een deal heeft gesloten met een groep woningbouwcorporaties in Brabant. “Die willen van heel veel woningen het dak gaan isoleren en kiezen daar nu voor biobased isolatiemateriaal in plaats van een minerale oplossing.” We doen dat met inblaasvezels. Je hakselt het stro en/of olifantsgras fijn, je zeeft het stof eruit en dan blijven een soort snippers over. En dat vormt het isolatiemateriaal. 
De isolatiewaarde van inblaasvezels is volgens Van de Groep vrijwel even hoog als dat van glaswol, maar is beter op het gebied van comfort, gezondheid en toekomstig hergebruik. Hij ziet dat er veel interesse is in de bouw in biobased materialen, maar er zijn ook nog veel vragen. “Het is geen willekeurig product wat je nu zo van het schap trekt. Als bouwbedrijf ben je langdurig verantwoordelijk voor wat je bouwt. En daarom wil je zeker weten dat het goed is en wil je garanties kunnen geven. Dat is ook logisch, denk ik. Je hebt koplopers nodig, die werken met biobased materialen en laten zien dat het kan.” 

Gasverbod
Van de Groep hoopt op hetzelfde effect als in zijn tijd van het ‘Energiesprong’-programma tussen 2010 en 2016. “Toen voorspelde ik dat alle nieuwbouwwoningen in 2020 geen gasaansluiting meer zouden hebben. Ze verklaarden me toen voor gek, want dat was hartstikke moeilijk. Gaandeweg is een aantal koplopers het gaan doen. En mede door de druk uit Groningen, waar de gaskraan dichtgedraaid werd, kwam er voor nieuwbouw een gasverbod. Het gebeurde omdat de koplopers het konden.”  

Van de Groep wil nu voor hetzelfde effect gaan zorgen met biobased materialen. “Vezelteelt levert op CO2-niveau ook nog dubbele winst op. Bij de productie van bio-bouwmaterialen komt maar minimaal CO2 vrij en het gewas neemt ook CO2op. Én je verdringt het gangbare fossiele alternatief. Ik denk dat we in de bouw daarom heel snel naar CO2-neutraal bouwen kunnen, zeker in combinatie met houtbouw. Die combinatie wil ik stimuleren.” 

Van de Groep voorspelt dat de bouw in 2035 CO2-neutraal is. “Ik denk dat we in 2030 al naar dertig procent vezelgebruik gaan (nu is dat respectievelijk nog minder dan één procent) en daarna zal het exponentieel groeien. Dat is ook nodig om de klimaatdoelen te halen.”  

Strobouw
De ‘innovatieman’ werkt momenteel intensief samen met de koplopers. Ze zijn nu actief in dertien regio’s, verspreid over het land. Op al die plekken probeert hij de koplopers aan elkaar te knopen. Hij haalt inspiratie uit andere landen. “In Frankrijk bijvoorbeeld is strobouw veel meer onderdeel van de bouwcultuur. Ze hebben daar ook een regel dat vijftig procent van de overheidsgebouwen gebouwd moet worden met biobased materialen. Tijdens de Olympische Spelen in Parijs in 2024 wil het land zich hierop profileren.” 

In Nederland zie je nog geen grootschalige, duurzame woningbouwprojecten, maar er zijn al wel voorbeelden te vinden bij particulieren. Zo woont de bekende weerman en klimaatvoorvechter Gerrit Hiemstra in een hennepwoning. Van de Groep: “Je ziet nu toenemend houtbouw ontstaan in woningbouwprojecten, daar willen we op mee liften. Prefab hout-skelet-bouw gaat heel goed samen met biobased bouwmateriaal. En daarmee kan je vrij snel schaal maken.”  

Bouwbedrijf Ballast Nedam is bezig met het ontwerpen en bouwen van een Natuurhuis van stro, en volgens Van de Groep zit er nog wel het een en ander aan te komen in Nederland. “Je ziet nu vaak hybride vormen. Bouwbedrijven zijn nog wel beducht op de fundering, palen en grondvloer en kiezen daar nog vaak voor beton. En dan de rest van het gebouw wel biogrondstoffen. Dan zit je op zestig procent. Dat zijn de eerste stappen.”