Geplaatst op 26 April 2023
“In biofilische gebouwen voelen mensen zich prettiger,” stelt architect Daan Bruggink. Met zijn bureau ‘ORGA architect’ brengt hij de natuur ín de architectuur.
“Ik heb altijd gezocht naar de link met de natuur en de mens,” vertelt Bruggink. “Vroeger wilde ik bioloog worden, maar ik was niet goed in scheikunde, dus ben ik maar architect geworden. Ik ben wel altijd de natuur blijven bestuderen. De manier waarop natuurlijke processen werken, probeer ik nu te vertalen naar architectuur.”
Biofilisch ontwerpen versterkt het contact tussen mens en natuur door elementen van de natuur te verwerken in de gebouwde omgeving. “Bio is ‘natuur’ en filisch betekent ‘houden van’,” legt Bruggink uit. “We houden allemaal van de natuur. We komen uit de tijd dat we allemaal op de steppe leefden. Na de industrialisatie is iedereen in een kantoor gaan zitten. Dat is ons lichaam helemaal niet gewend.”
Basisschool
“Als architectenbureau maken we die vertaalslag op vier manieren: met natuurlijke, organische vormen, met biobased materialen, met technieken gebaseerd op natuurlijke oplossingen, ook wel biomimetica genoemd, en door het toepassen van biofilische principes die de link tussen de mens en de natuur bevorderen.”
Als voorbeeld geeft Bruggink het ontwerp van een basisschool in Almere, waar dit ‘maximaal is geïntegreerd’. Het gebouw, dat ook uitgeroepen is tot meest duurzame gebouw van Nederland, is zo ontworpen dat het de instinctieve reacties van kinderen stimuleert. Zo bevindt zich op het dak van het laagste cluster een openlucht lokaal, deels overdekt en omringd door het vegetatiedak, waarop zelfs kippen lopen. Grote ramen zorgen voor veel zicht naar buiten. Er zijn groengevels binnen en buiten, die niet alleen het zicht op groen vergroten, maar ook zorgen voor een betere luchtkwaliteit en zuurstofniveau. Hierdoor kunnen de leerlingen en het personeel zich beter concentreren.
“Het resultaat van deze manier van ontwerpen, is dat iedereen zich beter voelt,” stelt Bruggink. “Hoe meer je investeert in mensen, hoe meer het oplevert. Mensen willen langer in een gebouw blijven, willen eerder aanwezig zijn op hun werk en presteren beter. Ook zijn er voorbeelden waar het ziekteverzuim is gedaald.”
Medicijngebruik
Het bouwen met behulp van natuurlijke principes staat in Nederland nog in de kinderschoenen. “In Amerika wordt al meer onderzoek gedaan naar de effecten van deze manier van bouwen. Zo bleek dat bij een biofilisch-ontworpen ziekenhuis het medicijngebruik met twintig procent daalde. Bij de ziekenhuiskamers die op het groen uitkeken werd minder agressie ervaren, dan bij de kamers die uitkeken op steen. Dat is ook wel logisch: niemand krijgt stress van een bos”
Bruggink heeft ook een biofilische tandartspraktijk ontworpen. “De tandarts zat in een typische doorzonwoning met een wachtkamer voor en de behandelkamer achter. Hij wilde graag een nieuwe praktijk ontwerpen met groen en hout. Patiënten die binnenkwamen in het nieuwe gebouw, voelden zich meteen op hun gemak. Hierdoor kon hij sneller zijn patiënten behandelen. En dat leverde hem drie extra behandelingen per dag op. Het personeel kwam ook een kwartiertje eerder binnen. Het bouwen is duurder, maar je verdient het zo dus wel weer terug.”
Kantoren
“Voor een basisschool die op deze manier is ontworpen, is een wachtlijst voor nieuwe docenten. Wat vrij uitzonderlijk is in deze tijd. Iedereen wil graag op die school werken.” Zo’n natuurlijke omgeving werkt volgens Bruggink overal. “In de zorg en leisure wordt met mensen gewerkt, dus daar is een logisch verband. Maar ook op kantoren werkt het door. Daar zie je het terug in de mate van presteren. Mensen zijn veel effectiever op de werkvloer.”
“Je ziet ook heel vaak dat er gekozen wordt voor technische oplossingen in een gebouw. Veertig procent van dat gebouw bestaat dan uit installaties. Ons uitgangspunt is: natuurlijk waar het kan, technisch waar het moet. Een low-tech-oplossing. In het voorbeeld van de basisschool hebben we gekozen voor een natuurlijke manier van ventileren. Met klepramen en roosters, zonder installaties.”
Bruggink onderscheidt verschillende transitie-fases in de bouw. “Tien jaar geleden was je duurzaam als je je op het energieprobleem focuste. Nu zie je langzaamaan een verschuiving naar circulair bouwen en het gebruik van biobased materialen. En de volgende stap in de bouw is de focus op gezondheid.”
Stadskantoor Venlo
“Je ziet nu ook steeds meer ‘ecologische’ architecten, die kijken ook naar de natuur voor hun ontwerpen. Driekwart van hun ontwerp is eigenlijk al biofilisch te noemen. Het is nog een relatief kleine markt, maar je ziet wel dat iedereen ermee bezig is. Van gemeentes tot aan projectontwikkelaars. Als inspirerend voorbeeld, tot slot, haalt Bruggink het stadskantoor in Venlo aan. “De insteek was hier een cradle to cradle-ontwerp. Maar ook hier zie je biofilische principes terug, van natuurlijk ventileren, het gebruik van hout en biobased materialen.”
Bruggink zit nu in de fase dat hij een businesscase kan maken van deze manier van bouwen. Door de voordelen en positieve gezondheidseffecten, verdienen de bouwkosten zich uiteindelijk terug. “Als je de link kan leggen met geld, werkt dat toch het beste,” legt Bruggink uit. “Daarom is die Tesla ook zo’n goede combi. Zie mij even patserig zijn mét mijn elektrische auto. Als duurzaam hot is, iets waarmee je kan showen, dan gaat het hard,” is zijn ervaring. “We willen uiteindelijk toch allemaal de grootste en snelste zijn. Dat zit nu eenmaal in de mens.”