Een paar weken nadat in Barcelona mijn horloge van mijn pols werd gegrist, ben ik nog steeds in een soort staat van woede en verontwaardiging. Dat heb ik ook een beetje bij de krampachtige houding van Nederland ten aanzien van de Giro 555-actie.

Laten we beginnen met het minst erge; mijn eigen ervaring in Spanje. Nouja minst erge, dat zeg ik wel zo makkelijk, maar geconfronteerd worden met georganiseerde misdaad gaat je niet in de koude kleren zitten.

Een klassiek verhaal: lang heb ik getwijfeld om dat ene polshorloge te kopen en toen ik uiteindelijk de moed had verzameld, werd niet veel later mijn persoonlijke hebbeding gestolen. Niet zomaar gestolen, maar letterlijk van mijn arm gegoocheld in het drukke centrum van Barcelona.

Ik had de dieven door. En in een vlaag van verstandsverbijstering sprong ik door een bloementuin om de scooterrijders – die er met mijn horloge vandoor gingen – uit evenwicht te brengen. De ene dief (degene die mijn horloge had) wist te ontkomen, de andere viel op de grond. Samen met vrienden wisten we de handlanger te overmeesteren.

Mijn hart bonkte in mijn keel en mijn hand bloedde van de schermutselingen. Na enige minuten kwam de schok. “Wat dacht ik in hemelsnaam? Dat ik Rico Verhoeven was?”

Spaanse omstanders waren, net als ik, kwaad op de dieven en maakten dat kenbaar te midden van het tumult. Gelukkig was de politie snel ter plaatse. Ik heb aangifte gedaan tegen een overduidelijke misdaad. Dat voelde als een soort genoegdoening. Maar de agenten wisten te vertellen dat ik mijn horloge waarschijnlijk nooit meer terugzie.

Het voelt na een paar weken nog steeds als een overval. Je blijft van andermans spullen af. Maar wat als mensen geen spullen meer hebben en geen kant meer op kunnen? Die vraag gonsde door mijn hoofd toen ik de afgelopen weken op de radio en televisie het onofficiële Giro 555-debat aanhoorde, waar voor- en tegenstanders van de actie meningen gaven in praatprogramma’s.

Conclusie: 555 ligt gevoelig en al polderend en op eieren lopend hebben we in Nederland een light-variant uitgerold.

Een landelijke actie zoals we twintig jaar geleden voor het eerst zagen, vlak na de tsunami in Indonesië, was nu in geen velden of wegen te bekennen. Toen stonden hulporganisaties samen op en deden de media en politiek Den Haag zonder aarzeling mee. Er werd ruim 200 miljoen euro ingezameld in Nederland, waarmee het weggevaagde gebied gedurende drie jaar weer opgebouwd kon worden.

Later hebben we soortgelijke eensgezindheid gezien in Nederland. Na de aardbevingen in Turkije en Syrië en de oorlog in Oekraïne liet Nederland haar meest barmhartige kant zien. Honderden miljoenen euro’s werden gedoneerd, vluchtelingen in huis genomen en goederenvrachten opgezet.

Nu is alles anders. We discussiëren eindeloos over goed en fout, en schieten daarbij in de kramp. Het conflict in het Midden-Oosten en dan met name verdeeldheid die in de maatschappij heerst, domineert en boycot onze liefdadigheid. Niemand twijfelt over het leed in de regio, maar ineens gaat het niet over mensen, maar over mitsen en maren.

Polarisatie ligt op de loer, zo zegt men, en dat maakt dat de media niet de handen ineen slaan en dat politiek Den Haag niet het actiebedrag verdubbelt. Ik heb daar moeite mee, omdat ik de menselijke kant mis.

Misschien ben ik gekleurd. Dat zou best kunnen. Ik heb kennissen wonen in oorlogsgebieden en zag ooit hoe Poolse bouwvakkers samen met Russen, Wit-Russen en Oekraïners huilend om tafel zaten tijdens een kerstdiner. Ze hadden zoveel emoties, maar konden die pas uiten na het nodige bier en vodka.

Ja, natuurlijk ben ik gekleurd. Ik ben in Beiroet geweest en sta nog altijd versteld van het leven daar. De cultuur, het vrije uitgaansleven (ook voor vrouwen), de vriendelijkheid van de mensen. Eigenlijk de opbouw van de samenleving in z’n totaliteit.

Ik was de voorbije dagen echt even uit evenwicht. Nog veel meer dan na mijn eigen actieverhaal in Barcelona. Want tussen al die politieke lading en persoonlijke ervaringen probeer ik het grote plaatje te blijven zien. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Als ik nadenk over Gaza, over Israël, over Libanon dan denk ik niet na over goed en kwaad. Dan denk ik na over vaders en moeders die net als wij in Nederland het beste willen voor hun kinderen. Dan denk ik na over een woning die in puin ligt, over elektriciteit en water dat ontbreekt en de onzekerheid ‘hoe nu verder?’.

Op dat soort momenten begrijp ik niet dat de discussie bij Giro-555 gaat over de steun aan een land in plaats van de steun aan mensen. Nogmaals, ik begrijp dat het gevoelig ligt en wil me ook niet mengen in de discussie, maar we hebben het nog steeds over mensen.

Over Ivo van der Mark

CEO

Anderen omschrijven mij als een mensen-mens. Dat klopt ook wel. Ik krijg energie van het inspireren en motiveren van mensen. Van jongs af aan heb ik al een duidelijke toekomstvisie. Ik stel doelen en heb ambities.

Zo maak ik me hard voor de noodzakelijke transitie naar een circulaire economie en stimuleer ik onze medewerkers om te gaan voor de hoogst mogelijke klanttevredenheid. Ook onderschrijf ik het belang van de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb). JAJO is dan ook koploper op dit gebied. Ik hoop dat de bouwbranche zich meer gaat inzetten voor deze onderwerpen, want daar valt nog veel te winnen.

geniet ervan om me in de medemens te verdiepen. Samen te praten en te sparren. Ik wil graag een inspirator zijn. Een voorbeeld voor de mensen om mij heen, zowel zakelijk als privé. Laten zien dat als je een droom hebt, je deze vast moet grijpen. Dat je erover moet praten met mensen in je omgeving. Het heeft zelden met geld van doen, maar bijna altijd met de wil om iets te realiseren.

En privé? Ik ben gelukkig getrouwd en de trotse vader van 2 stoere knullen. Ik ben idolaat van de zee en van de wetten van de natuur die daar met harde hand regeren.