Een paar weken geleden kwam er een-goed-nieuws-lijstje uit de klimaathoek: onze CO2-uitstoot neemt op nationaal niveau af. Mogen we daar blij mee zijn? Ja natuurlijk. Al blijven er ook vragen hangen: houden we elkaar allemaal een beetje voor de gek met zelfverzonnen interpretaties op de getallen of doen we het gewoon heel goed …
CO2-uitstoot heeft voor iedereen een andere connotatie en daarmee een andere urgentie. De één steekt z’n kop in het zand, een ander denkt direct aan zijn energierekening, de zonnepanelen die op het dak liggen en de kosten voor de terugleverkosten, die energieleveranciers in rekening gaan brengen.
Als vader en echtgenoot leef ik zo bewust mogelijk, ik protesteer niet op de A10 of A12, maar kijk wel met verantwoordelijkheidsgevoel naar de toekomst van de volgende generaties. Als CEO durf ik me voorloper in de ontwikkeling te noemen, op weg naar een circulaire bouweconomie. En met JAJO zijn we best ver in duurzaam denken: met onze bouwonderneming en bijbehorende processen en producten.
We lanceren duurzame innovaties en hebben onze uitstoot in kaart gebracht (78% van onze uitstoot is afkomstig uit de Carribean, wat vooral te wijten is aan het soort werk dat we daar verrichten en de machinerie die er voor nodig is). Zo weten we waar we de aankomende jaren moeten minderen en op welke terreinen we juist aan de bak moeten. Reductie en compensatie als wetmatigheden voor een duurzame bouwbranche dus.
Het is geen vrijblijvendheid. Per land krijgen we immers een CO2-quotum, waarin per sector, drie bedrijfsgroottes worden genormeerd. De Nederlandse bouw staat ingepland als tweede sector. Wij weten voor hoeveel ton CO2 wij verantwoordelijk zijn en hebben plannen ontwikkeld om als organisatie naar de juiste balans toe te groeien. Daar ben ik trots op: we weten heel goed waar we mee bezig zijn.
En tegelijkertijd vlieg ik als CEO regelmatig naar de Caribbean. Daar hebben we verschillende JAJO dochterondernemingen. En digitaal leiding geven, heeft echt zijn grenzen.
Dat is dan ook direct een spagaat voor mij als duurzaamheidsbepleiter. En ik weet zeker dat iedere lezer een soortgelijke spagaat (of net een andere) regelmatig tegen komt in z’n dagelijkse leven. En welke keuze maak je dan? Daar is niet zo één, twee, drie een eenduidig antwoord op te geven.
Situationeel CO2-denken kun je het noemen. We doen er allemaal aan mee. Op de Caribbean doen ze het ook. Bonaire ligt lager (ten opzichte van de stijgende zeespiegel) dan Curaçao. Het is niet toevallig dat daar in de afgelopen anderhalf jaar de ene duurzame ontwikkeling (met name in de toeristische sector) na de andere werd ontkiemd. Een inhaalslag kun je het noemen, omdat het water langzamerhand tot de enkels staat.
Curaçao, dat hoger ligt, denkt daar anders over. “Weet je wat het met die CO2 is, Ivo”, zei een lokale bewoner van de Caribbean eens tegen mij. “Nou …?”, antwoordde ik. “Er staat hier altijd veel wind … dus die CO2 waar ze altijd over praten, die waait wel weg”, zei hij toen.
Ik probeerde mijn gezicht in de plooi te houden en wist eigenlijk niet zo goed of ik moest lachen om een foute grap of verbaasd moest zijn na het horen van een kortzichtige visie. Ik besloot mijn mond te houden en moest daar de hele week aan denken toen ik over het eiland reed. Uiteindelijk begreep ik het wel. Er heerst armoede op Curaçao. Ik zag mensen in kleine huisjes, die elke dag proberen te overleven en waarbij bestaansrecht op nummer 1 staat in plaats van CO2.
Is het onze westerse decadentie om als rijk land te oordelen over de overlevingsdrang van andere mensen in andere landen?, vroeg ik mezelf hardop af.
Terug thuis las ik het nieuws op nu.nl: Nederlandse CO2-uitstoot weer flink gedaald, vooral door meer groene stroom, kopte een van de artikelen. Windenergie dus, schoot ineens door mijn hoofd. Had die meneer op de Caribbean dan toch gelijk? Nee natuurlijk niet.
Ik las het bericht verder door: we produceren 6 procent minder broeikasgassen dan een jaar geleden. Dat kwam vooral door de toename van het aantal zonnepanelen en windmolens, maar ook de verwarming van gebouwen werd duurzamer.
De daarop volgende dagen kwam het ene na het andere bericht online uit. Zelfde bron (een rapport van de Nederlandse Emissie Autoriteit), met tal van interpretaties en aanvullingen op het nieuws. Zo blijkt die 6 procent een minder snelle daling van onze emissies dan een jaar ervoor en steeg de uitstoot van vervoer en landbouw juist.
Net voordat mijn goede humeur achter de wolken dreigde te verdwijnen was daar weer een nieuw verhaal, uit hetzelfde rapport: de CO2-uitstoot in ons land is sinds 2010 gedaald ondanks dat de economie de afgelopen jaren groeide. Huishoudens gebruiken steeds minder fossiele brandstoffen zoals gas.
Dat klinkt goed (maar al die getallen begonnen bij me te duizelen).
Ik besloot naar de bron van het rapport te zoeken om zelf op onderzoek uit te gaan. “Ook in de industrie is de CO2-uitstoot verder gedaald. Net als vorig jaar zorgden hoge prijzen van energie en andere grondstoffen voor lagere productie. Zeker in de eerste helft van 2023 speelde dit een belangrijke rol en dan met name in de chemische industrie”, zo viel er te lezen.
Op het moment dat ik koffie wilde halen, bleven mijn ogen hangen bij Tata Steel. Dat bedrijf (goed voor 8,5 miljoen ton aan CO2-uitstoot per jaar) zorgde voor de grootste daling van uitstoot in Nederland, zo las ik. “Dat kwam voornamelijk door grootschalig onderhoud aan één van de hoogovens, waardoor een deel van de fabriek stil lag.”
“Wauw”, riep ik uit het niets (iets met cijfers en verbazing!). Een bedrijf dat een van haar ovens een periode stillegt, en daarmee zoveel impact genereert in een heel land?!
Is dat goed of fout, was de vraag die niet voor de eerste keer die dag repeteerde. Ik kon het antwoord niet zomaar bedenken …
Ik ben dan ook erg benieuwd hoe jullie tegen de CO2-discussie aankijken.
Over Ivo van der Mark
CEOAnderen omschrijven mij als een mensen-mens. Dat klopt ook wel. Ik krijg energie van het inspireren en motiveren van mensen. Van jongs af aan heb ik al een duidelijke toekomstvisie. Ik stel doelen en heb ambities.
Zo maak ik me hard voor de noodzakelijke transitie naar een circulaire economie en stimuleer ik onze medewerkers om te gaan voor de hoogst mogelijke klanttevredenheid. Ook onderschrijf ik het belang van de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb). JAJO is dan ook koploper op dit gebied. Ik hoop dat de bouwbranche zich meer gaat inzetten voor deze onderwerpen, want daar valt nog veel te winnen.
geniet ervan om me in de medemens te verdiepen. Samen te praten en te sparren. Ik wil graag een inspirator zijn. Een voorbeeld voor de mensen om mij heen, zowel zakelijk als privé. Laten zien dat als je een droom hebt, je deze vast moet grijpen. Dat je erover moet praten met mensen in je omgeving. Het heeft zelden met geld van doen, maar bijna altijd met de wil om iets te realiseren.
En privé? Ik ben gelukkig getrouwd en de trotse vader van 2 stoere knullen. Ik ben idolaat van de zee en van de wetten van de natuur die daar met harde hand regeren.